Archive for januari, 2008

Open Access niet langer vrijblijvend

donderdag, januari 31st, 2008

 “The new policy is not only notable for its novelty and the whopping amount of research it will make available, but for its storied history.”

De Amerikaanse overheid heeft  bij wet vastgelegd dat wetenschappelijke data op het terrein van geneeskunde vrij toegankelijk zijn:

a mandate for public access to the results of research by National Institutes of Health grantees. (scienceprogress)

Van enorm belang voor de wetenschap en natuurlijk de volksgezondheid. Ik stel me voor dat het project van de sciencesommons op het gebied van biologisch onderzoek hier ook zeer bij gebaat is.

De tekst van Wouter Tebbens op de site van het Europese SELFproject over open ontwikkelingen en de relatie met het SELF platform, biedt een aardige aanvulling op de artikelen van Jan Stedehouder bij Livre.nl. De tekst is trouwens door Wouter netjes voorzien van een creativecommons-licentie en gepubliceerd in het Open Document Format (ODF). En dat laatste is zelfs al zichtbaar in het zoekresultaat bij Google!

Tenslotte zou het fijn zijn wanneer al die institutionele repositories niet alleen gelinkt  en doorzoekbaar zouden zijn (vergelijk het Nederlandse DARENET), maar ook meer zouden bieden dan alleen de metadata (titel, schrijver, ISBN, etc.) en eventueel een abstract van een of twee alinea’s. Dat laatste is namelijk helaas nog steeds vaak het geval.

Meer onderwijsgeld naar Open Source?

woensdag, januari 30th, 2008

Volgens dit bericht bij ictnieuws.educos.nl zullen over een aantal jaren het PO, VO, MBO en de universiteiten bijna 490 miljoen dollar uitgeven aan open-source software.

Nadere bestudering van van het persbericht bij Datamonitor  noopt  mij tot een reactie:

A number of education institutions around the globe are looking towards open source software (OSS) as a means to gain more control over their solutions. (…) The report, “Unlikely bedfellows – open source initiatives and commercial vendors in the education market,” gives insight into how OSS is becoming more prominent in a number of geographies. The report goes on to note that if the One Laptop per Child (OLPC) project – aimed at children in the developing world, proves successful it could have a large impact upon the education industry and OSS in turn.

Er wordt gesproken over ‘around the globe’ dan wel ‘a number of geographies’ en niet specifiek over Europa. In continenten als Afrika en Zuid-Amerika is open source al langer populair, mede vanwege de lage(re) kosten en de mogelijkheid de broncode aan te passen. Brazilië is bekend om zijn open source programmeurs en Zuid-Afrika kent een man als Mark Shuttleworth die veel van zijn via internet vergaarde rijkdom ten goede laat komen aan open source projecten als Schooltool en het nog bekendere Ubuntu

De opmerking als zou het OLPC-project wel eens bij zou kunnen dragen aan de voorspelde ontwikkeling heeft ook weer met die continenten en regio’s te maken waar het OLPC-project zich in eerste instantie richt. En dan hebben we het weer niet over Europa maar over de ‘developing world’.

Zolang er bij de Europese onderwijsinstellingen nog genoeg geld op plank ligt, men niet kostenbewust is en zich nog laat ‘sturen’ door de commerciële softwareontwikkelaars en -leveranciers, is een doorbraak van open source niet dichtbij. De relatieve onbekendheid van veel informatiemanagers met het fenomeen OSS draagt daar zeker toe bij.

Dit bericht bij ictnieuws.educos.nl kan dus zo de digitale prullenbak in!

1,000 Signatures in One Week!

woensdag, januari 30th, 2008

The Cape Town Open Education Declaration launched one week ago today and has already received over 1,000 individual signatures and over 80 institutional signatures. The CTD News page links to dozens and dozens of news and blog stories covering the Declaration, published everywhere from the US to Taiwan to Pakistan to the UK to Thailand to Guyana to Australia to South Africa. Even if you don’t agree with the specific wording of the declaration, you can’t deny that it has been a huge catalyst for getting the word out about open education…

Open Education - Cape Town Declaration

David Wiley is zeer verheugd over alle reacties en steunbetuigingen die betrekking hebben op de declaratie. In deze verklaring wordt aan docenten en leerlingen gevraagd om actief deel te nemen aan de open content beweging: door zelf te produceren en te delen en door anderen erbij te betrekken en bewust te maken.

Nog niet zo lang geleden besloot de Tweede Kamer ertoe om, naast de schoolboeken, alle door het onderwijs ontwikkelde digitaal lesmateriaal gratis toegankelijk te maken. Van instellingen die hun lesmateriaal vrij toegankelijk op het internet plaatsen, kennen we er inmiddels ook al meerdere. Dit initiatief wordt wel aangeduid als Open Educational Resources (OER). En 25 januari jongstleden heeft de European Universities Association (EUA) unaniem besloten akkoord te gaan met de aanbevelingen om tot een open toegang (open access) van wetenschappelijke onderzoeksverslagen over te gaan.

Met bovenstaande verklaring hebben de Open Society Institute en de Shuttleworth Foundation (beide opgericht door vermogende filantropen) de bal eigenlijk daar neergelegd waar die tevens hoort te liggen: bij de docenten.

Zie voor een aardig overzicht van veel ‘open ontwikkelingen‘ ook deze bijdrage van Jan Stedehouder bij Livre.nl

Deelnemerparticipatie en ketenomkering

maandag, januari 28th, 2008

Aandacht voor de rol van deelnemer/student is niet alleen ingegeven door de onderwijsvernieuwing of een meer klantgerichte benadering. De verschillende orgqanisaties van deelnemers/studenten (JOB. LAKS, LSVB en ISO) lieten vorig voorjaar aan de minister weten, wat er volgens hen schort(te) aan het onderwijs. En dat signaal hebben veel onderwijsinstellingen zich ter harte genomen.

Het denkbeeld dat leren een sociaal proces is, mag dan redelijk onomstreden zijn, de wijze waarop dat proces verder wordt vormgegeven en wat daarbij ieders rol is, is een ander verhaal.

Sociale innovatie van het onderwijs heeft niet alleen van doen met de vorming van resultaatverantwoordelijke teams maar vraagt ook  om betrokkenheid en medezeggenschap van alle partijen, dat wil zeggen docenten, studenten en bedrijfsleven, bij de productontwikkeling. De laatste twee hebben het afgelopen jaar langs verchillende weg laten weten dat er door het onderwijs nog flink geïnvesteerd moet worden in de gewenste dialoog.

Nieuwsbrief 27De rol van de student in het leerproces is veelzijdig. Er is een rol  weggelegd in alle fasen van het leerproces, van ontwikkelen en uitvoeren tot en met evalueren. Een recent artikel in de nieuwsbrief van het Max Goote Kenniscentrum (“Over de deelnemer gesproken”) spreekt over vier belangrijke rollen van de deelnemer. Gekoppeld aan de fasen van het leerproces levert dat het volgen de beeld op:

ontwikkelen – de student als co-maker

uitvoeren – de student als regisseur

evalueren – de student als kwaliteitsbewaker

overall – de student als kritische consument.

Volgens het artikel is het nog maar de vraag of het onderwijs, na de duidelijke geluiden en signalen van vorig jaar en rapporten als de Generatie Eindstein (de “Balanschool”) ook daadwerkelijk mét of alleen maar voor de student aan het vernieuwen is.

De toenemende aandacht voor de rol van de student als kritische consument annex kwaliteitsbewaker in het onderwijs heeft er inmiddels toe geleid dat studenten/deelnemers hun stem kunnen laten horen in studentenraden of klantenpanels en dat er klachtenregelingen functioneren. Dit past dan ook prima bij de traditionele waardeketen waarbij de student als afnemer van het product ‘onderwijs’ zijn waardering  mag uitspreken.  

Maar er zal toch eerst echt sprake moeten zijn ketenomkering wil de student ook kunnen meepraten als co-maker of regisseur van zijn eigen leerproces.  Dan pas zal een ROC, als loopbaancentrum, ertoe komen om samen met de student en het bedrijfsleven in de vorm van ‘forward mapping’ individuele leerarrangementen uit te stippelen. 

Het artikel wordt afgesloten met de ‘toezegging’ dat er onderzoek gedaan zal worden naar de verdere uitwerking van deelnemerparticipatie in het onderwijs.  Een interessant onderzoek dat volgens mij ook zeer bruikbare onderwijssociologische inzichten kan opleveren.

Certificering of Cultuuromslag?

woensdag, januari 23rd, 2008

Welke didactische of technologische vernieuwingen er in het onderwijs ook worden ingevoerd, steeds weer wordt bevestigd en benadrukt dat de interactie tussen docent en student van cruciaal belang is voor een succesvol onderwijsaanpak.

Het voorbeeld van de universitair docent die zijn waarschijnlijk gortdroge verhandeling liever niet onnodig onderbroken ziet door ongewenste interactie met vragenstellende  studenten doet karikaturaal aan. Maar in de kern wordt hier wel blootgelegd waar het om gaat bij de opvatting over de functie van het leerproces en de wijze waarop dit wordt ingericht.  Pakkende oneliners als “From sage on the stage to guide on the side’ en onderwijscartoons als hiernaast komen we al langer tegen.

Wat het onderwijs bij voorkeur doet, en altijd gedaan heeft, is het leerproces reguleren. Sterker nog, het is de core business! Want een strak gereguleerd ‘primair proces’ biedt zicht op de voorspelbare, gewenste en zo mogelijk gegarandeerde uitkomsten. De sterke nadruk op leeruitkomsten en de ondergeschikte, ‘dienende’ rol van het leerproces hebben daadwerkelijke vernieuwing van het leerproces lang in de weg gestaan.  Het gaat toch immers om …!

Ja, waarom draait het eigenlijk bij leren? Het antwoord op die vraag ligt in moderne opvattingen over curricula vooral ‘in het midden‘. In het midden daar de docent én de student maar ook de samenleving en het bedrijfsleven eisen stellen aan leerdoelen/onderwijsprogramma’s. Van den Akker spreekt in dat verband van meerdere perspectieven die gezamenlijk, maar niet altijd evenwichtig, bepalen wat onderdeel zou moeten zijn van het curriculum. Van der Sanden heeft het over een relevante kennisbasis en het medeontwerpen van het leerproces door de student. Letschert ziet een curriculum als iets ‘plastisch’ dat adaptief tot stand komt, rekening houdend met de leerling. Voor het beroepsonderwijs heeft Geurts het over het driehoeksgesprek tussen docent, student en bedrijfsleven. Met andere woorden, een curriculum ligt niet helemaal vast maar is dynamisch en kan worden beschouwd als het resultaat van ‘onderhandeling’. In al deze opvattingen komt de individuele leervraag van de student aan bod op het curriculumniveau en is er ook een rol weggelegd voor de student bij het ontwerp van het leerproces. Geen ‘backward design’ maar ‘forward mapping’! 

Didactiek en technologie bieden vervolgens veel nieuwe mogelijkheden de interactie, die nodig is om deze leerdoelen te verwezenlijken,  te ‘reguleren’.  In groepen of individueel, dialogisch synchroon of a-synchroon, f2f of virtueel; de hoeveelheid mogelijkheden en combinaties zijn welhaast onuitputtelijk. De leercyclus van Kolb of het ‘conversational model’ van Laurillard bieden prima aanknopingspunten. Of het certificaat Basiskwaliteit Onderwijs (BKO), met een cursusomvang van ongeveer 260 uur, voor universitair docenten de impuls zal vormen tot de gewenste vernieuwing, is echter maar de vraag. Didactiek kan daarbij vrij technisch benaderd worden. En docenten in de niet-wetenschappelijke sectoren van het onderwijs die wél over de ‘benodigde’ aantekening beschikken, kiezen desondanks nog frequent voor een traditionele aanpak. Het zit hem volgens mij niet in het bezit van een papiertje en de kennisbasis van docenten.

Is het niet meer een zaak van een cultuuromslag als we proberen traditionele opvattingen van docenten over onderwijs en leren te verbinden met nieuwe opvattingen?  Heeft het niet deels te maken met de rol die we studenten toedichten of toestaan als het gaat om een gelijkwaardige dialoog over het leerproces? Het serieus nemen van de student en jezelf als docent durven opstellen als co-learner en de student accepteren als co-maker? Maar dat is dan mijns inziens geen kwestie van een paradigmashift waarbij het oude onderwijs in de vorm van kennisoverdracht in de ban zou moeten worden gedaan. Die les hebben we in het middelbaar beroepsonderwijs inmiddels gelukkig vrij snel geleerd.

Informal learning vs. formal education

maandag, januari 21st, 2008

A recent study by the Joseph Rowntree Foundation (Wikeley et al, 2007) found that the relationships between learners and their educators has an important impact on their overall learning experience. Significant numbers of young people reported that they had more positive experiences from learning in informal settings compared with learning within the formal setting of school.

Furthermore, the findings indicated that learners viewed their informal educators as ‘experts’ who treated them as ‘co-learners’, whereas their formal educators were seen as simply delivering a ’system’ where the relationship was more one way – that of teacher to learner.

But is this really true? And, if so, can formal education learn from its informal counterpart, utilising the technologies that young people use outside of school, to offer a diverse, flexible and relevant curriculum? And can school realistically take a co-design approach to lesson planning, with teachers and students acting as co-learners? (zie de Futurelab blog)

Kloppen de verontrustende conclusies uit het onderzoek van de Rowntree Foundation?

Een aantal voorbeelden van leraren die te weinig luisteren naar leerlingen werden vandaag nog gegeven door Jos Letschert bij zijn afscheid als lector implementatie onderwijsinnovatie bij de Hogeschool  Edith Stein. En zijn boek “Wat leraren willen! Over veranderingen in onderwijs van binnenuit” bevat meer voorbeelden van die strekking. Het is interessant om te horen en te lezen dat leerlingen van bijvoorbeeld groep 6 worden geïnterviewd in het kader van een onderzoek en dat hun mening door onderzoekers  ook serieus wordt genomen.

Als je wilt dat jongeren je serieus nemen is het volgens mij inderdaad belangrijk dat je hen serieus neemt en ze beschouwt als co-learners. Iets vergelijkbaars werd niet zo lang geleden door Etienne Wenger tijdens een interview geuit. Wenger stelt dat de expert/professional moet leren erkennen dat ook de patiënt/klant/student een soort expert is. De student is dat met name als het gaat om het leren.  Zie voor het interessante interview met Wenger het laatste nummer van het blad Onderwijsinnovatie van de Open Universiteit.

Futurelab wil het in ieder geval ook (zeker!) weten en verder onderzoeken. Ze doen een oproep om ideeën aan te dragen die het buitenschoolse, informele leren als onderzoeksobject hebben. De belangrijkste vraag is hoe het informele leren kan worden ondersteund.

Futurelab ‘Ideas Incubator’ focuses on informal learning

This year, in recognition of the educational need to make informal learning more visible, Futurelab’s annual call for ideas is focusing on ‘Imagine a way to support learning outside school’. Anyone with an interest in education, including school staff and students, is welcome to enter. The most innovative ideas will be developed with a team of experts and showcased through a series of high profile events and the media.

Open from 21 Jan–29 Feb 2008. For details on how to enter, go to www.futurelab.org.uk/ideas

Programma [email protected] afgesloten, feed weg

maandag, januari 21st, 2008

Het programma [email protected] (een onafhankelijk forum dat de digitale overheid stimuleert vanuit het burgerperspectief)  is per 31 december 2007 afgesloten. De BurgerServiceCode, de WebWijzerAward en het BurgerOverheidPanel zijn overgegaan naar het programma Burgerlink, dat ook het project Kwaliteitshandvesten uitvoert. Het programma Burgerlink is een initiatief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het programma o.l.v. Matt Poelmans is ondergebracht bij ICTU.

Een vreemde ontwikkelng: van onafhankelijk forum naar overheidsinitiatief. En ik ben meteen mijn rssfeed kwijt, want Burgerlink (dus ICTU) biedt blijikbaar voorlopig nog geen feed aan. Vervelend!

‘De Google-generatie is een mythe’

donderdag, januari 17th, 2008

Een misleidende titel want hier wordt door internetjournalist Marie-Jose Klaver niet gedoeld op de Einstein-generatie of Net-generatie.

Jongeren die zijn opgegroeid in het internettijdperk vertrouwen weliswaar volledig op digitale bronnen, maar ze hebben niet de analytische capaciteiten om bronnen te beoordelen. Ook andere informatievaardigheden ontbreken vaak. Jongeren hebben gebrek aan informatievaardighed en jong én oud zijn ongeduldig als ze naar informatie zoeken.

Dat concluderen onderzoekers in een Britse studie naar het informatiegedrag van jongeren en het gebruik van bibliotheken. Volgens het onderzoek, dat is uitgevoerd door het CIBER research team van het University College London in opdracht van de British Library en JISC, is de Google-generatie een mythe.

Ook de oudere internetgebruiker toont vaak eenzelfde gebrek aan informatievaardigheden.

In zijn eerste (hij komt er vast op terug) en korte bespreking van het rapport, legt Edwin Mijnsbergen van de weblog ZB Digitaal met het volgende citaat uit het rapport vooral een verbinding met de bibliotheken van 21-ste eeuw:

The significance of this for research libraries is threefold:

  • they need to make their sites more highly visible in cyberspace by opening them up to search engines
  • They should abandon any hope of being a one-stop shop
  • They should accept that much content will seldom or never be used, other than perhaps a place from which to bounce

En waar haalt die informatievaardige wetenschapper in de toekomst zijn of haar informatie vandaan?

Volgens het rapport hoeven bibliotheken immers niet de illusie te hebben dat ze een one-stop shop zullen zijn.

Ik ben benieuwd hoe de ontwikkeling van bibliotheken in de 21-ste eeuw zich verhoudt met de ontwikkeling van bijvoorbeeld een initiatief als de science commons in de vorm van het Neurocommons project.

The Neurocommons project is creating an Open Source knowledge management platform for biological research.

Blijven bibliotheken, ook in een internetwereld, een belangrijke online  bron voor de wetenschapper van de toekomst of worden ze voorbijgestreefd door allerlei initiatieven als de science commons? En je kunt die vraag zelfs doortrekken als je de rol van uitgeverijen afzet tegen ontwikkelingen op het gebied van de Open Educational Resources.

Je wilt daarenboven als wetenschapper en onderzoeker te allen tijde voorkomen dat je over een verschijnsel publiceert (zoals een chemische reactie) en dan te horen krijgt dat het verschijnsel al bijna een eeuw geleden is beschreven. 

aTutor ondersteunt SCORM 1.2

donderdag, januari 17th, 2008

Ook aTutor,  het bekende open source ELO uit Canada, ondersteunt in middels de IMS/SCORM Content Packaging specificatie,

allowing content developers to create reusable content that can be swapped between different e-learning systems. Content created in other IMS or SCORM comformant systems can be imported into ATutor, and visa versa. ATutor also includes a SCORM 1.2 Runtime Environment (LMS RTE3) for playing and managing SCORM based Sharable Content Objects (SCOs). ATutor uses SCORM content packaging specifications

aTutor, versie 1.6 is er ook in de Nederlandse vertaling, staat vooral bekend om de mogelijkheden het pakket in te stellen op de student met een functionele beperking.

ATutor is the first inclusive LCMS, complying with the W3C WCAG 1.0 accessibility specifications at the AA+ level, allowing access to all potential learners, instructors, and administrators, including those with disabilities who may be accessing the system using assistive technologies.

Dit is een specificatie waar te veel softwarehuizen die ELO’s in de markt zetten helemaal geen oog voor hebben. Het aTutor-ontwikkelteam van de Universiteit van Toronto gaat er al jaren terecht prat op deze specificatie te ondersteunen.

"Open source software: ICT zoals het bedoeld is!"

donderdag, januari 17th, 2008

Wat moet een school doen om een succesvolle overstap naar Linux / Open Source te maken?:

1 luisteren naar leerlingen en leraren: wellicht is er in binnen die groepen expertise op dat gebied.

2 gebruik maken van lokale externe expertise. er zijn veel kleine bedrijven die een school kunnen ondersteunen bij de overstap naar (en het onderhoud van-) Linux / Open Source. (zie: www.ososs.nl)

en om die stap succesvol te laten blijven (bijv. als een school Moodle gaat gebruiken):

3 is het handig dat een school kennis deelt met andere, vergelijkbare, scholen. Want leraren (Moodle-gebruikers) zullen beter naar luisteren naar vakgenoten met expertise op dit gebied.

Met dank aan Roeland Smeets, mediathecaris van het Barlaeusgymnasium in Amsterdam (bron)