Wisdom of the (Multi) Ages: Students Learn by Teaching

Teachers can integrate powerful lessons from the multiage classroom into their single-grade classroom.

Peer support, peer assessment en peer mentoring. Het zijn begrippen die je steeds vaker tegenkomt. Ja, de begrippen wel maar de praktijken kom je (nog) niet frequent tegen.

Volgens dit artikel bij Edutopia hebben niet alleen de jongere kinderen in zogenaamde multi-age klassen profijt van deze aanpak. Ook de oudere peers leren en groeien door hun rol van tutor.

“Explaining something to a younger sibling solidifies your knowledge and allows you to grow more extensively,” he (Robert Zajonc, a psychologist at Stanford University, PM) added. “The younger one is asking questions and challenging meanings and explanations, and that will contribute to the intellectual maturity of the older one.”

Zajonc beweert dat vormen van peer tutoring een positieve invloed hebben op de intelligentie van de tutor: … tutoring — a natural role for older siblings — benefits the teacher more than it does the student.”

Een aanpak die leidt tot diepere verwerking (deep level learning): je bent nu eenmaal langer/intensiever met een onderwerp bezig (‘time on task’) en moet iets, in eigen woorden, aan een ander uitleggen. Een leerstrategie die zeker effectief kan zijn. Een vergelijkbare aanpak ben ik al eens tegengekomen in een stagesetting waarbij ouderejaars de jongerejaars ‘begeleiden’ en ‘ínwerken’ of in projecten waarbij studenten van het HBO bepaalde projecten van MBO-studenten begeleiden.

Het feit dat het niet makkelijk te organiseren is (kwestie van onderwijslogistiek), zal de reden zijn dat ‘peer mentoring’ moeilijk van de grond komt. Wellicht zijn er ook andere redenen die meer op het vlak liggen van de professionaliteit die ontbreekt bij een student. Dat was ook deels de meest geuite kritiek op het voorstel van de Nationale Denktank om met persoonlijke leraarassistenten (PAL) het lerarentekort op te lossen. Jammer, want het idee lost op korte termijn een logistiek probleem op en zorgt wellicht op de lange termijn voor meer instroom in de beroepsgroep via een lerarenopleiding.  Een langdurig onderzoek in Amerika, geleid door Carol Twigg, liet bijvoorbeeld zien dat de inzet van zogenaamde Undergraduate Learning Assistents (ULA’s) succesvol kan zijn : … ULAs turned out to be better than GTAs (onderwijsassistenten) at assisting their peers because of their understanding of the course content, their superior communication skills, and their awareness of the many misconceptions that undergraduate students often hold.”

Het artikel bij Edutopia bevat verder richtlijnen voor het inrichten van een Student-Mentoring Environment. Deze richtlijnen zijn in het bijzonder bedoeld voor het K12 onderwijs maar m.i. ook  bruikbaar in het MBO. Zoals de onderstaande:

  • Teach students that helping others learn does not mean just giving them the answer. Facilitate good tutoring by modeling effective methods and allowing students to practice them.
  • All students, not just those the teacher views as capable or who have high test scores, should have the opportunity to be a peer mentor.
  • Small-group peer mentoring can take on the form of a jigsaw puzzle, in which the teacher gives an assignment with multiple parts, and each student in the group learns a part and then teaches it to the other students.
  • Peer mentoring should be frequent enough to develop routines but not so often that students lose enthusiasm for it. Once a week is a good start.
  • Use peer mentoring as a chance to support the development of leadership skills among all students. A student who struggles with reading and writing but excels in art could probably benefit from a self-confidence boost. On an art project, pair this student up with a peer who excels in the core subjects.

Leave a Reply