Is klikken interactief gedrag?

 

Kennisnet is gestart met het ontwikkelen van een kwaliteitssysteem voor digitaal leermateriaal. Om digitaal leermateriaal te toetsen, wordt er een handreiking ontwikkeld. Het uiteindelijke resultaat moet leiden tot een kwaliteitssysteem, waarbij het door TNO ontwikkelde model (rapport ‘Aspecten van een kwaliteitssysteem voor educatieve content’, TNO 2006) als uitgangspunt dient. Dit model bestaat uit drie elementen:

  • de kwaliteit van het ontwikkelproces; 
  • de kwaliteit van het product;
  • gebruikerservaringen.

(Ict op school)

Een aantal van de belangrijkste uitgangsprincipes (ontleend aan de Becta Content Advisory Board) zijn volgens het TNO-rapport (pagina 14):

  • gebaseerd op een goed design, adequaat en accuraat zijn vormgegeven en de juiste feedback geven aan de gebruikers;
  • waarde toevoegen en einddoelen vaststellen;
  • aantrekkelijk in het gebruik en echt interactief;
  • veelomvattend, toegankelijk en adaptief reagerend op de antwoorden van de gebruikers;

Zo’n bericht en rapport trekken mijn aandacht. Steeds meer onderwijs aanbieden via de elektronische weg vraagt om passende kwaliteitscriteria. Andere berichten die mijn aandacht trekken zijn van onder andere Willem, Wilfred en Rino (en #2) en gaan over ELO-hits als graadmeter van studentensucces (= kwaliteit).

De kwaliteit van digitaal leermateriaal wordt voor een groot deel bepaald door de gebruiker ervan: de student. Modern onderwijs dient interactief en participatief te zijn. Het gaat dus om ‘user centered design’. De vraag die zich aandient is waardoor het gedrag van een student binnen de ELO wordt ‘gestuurd’ of ‘getriggered’. Wordt de gebruiker gewoon gevraagd om ergens te klikken (’embedded instruction’)? Kan hij ergens klikken om  uitleg te krijgen (’embedded support’)? Moet hij klikken om verder te kunnen naar een volgende onderdeel?

Via een omweggetje kwam ik kortgeleden een weblog op het spoor  van ene Cathy Moore. Zij heeft blijkbaar (als creative instructional designer) al enige jaren ervaring als ontwikkelaar van e-learning materiaal. Van haar hand is ook een instrument dat kan worden gebruikt om de kwaliteit van materiaal te bepalen: Graph your learners experienceHet gaat daarbij in het bijzonder olm de gebruikerservaring. De spreadsheets (zowel voor excel als open office) die ze heeft gemaakt, op basis van een model van Patrick Dunn. Dunn biedt trouwens op zijn site ook een aantal andere tools voor ontwikkelaars aan.

Het voorbehoud dat Moore maakt als het gaat om het klikgedrag (als graadmeter van interactiviteit) is het volgende:

Interactivity is defined as interaction that requires the learner to make a decision.
The following are not interactive:
– Click the Next button
– Watch a Flash presentation
– Click something that you’re told to click
The following are interactive:
– Roll over parts of a graphic to learn more about it
– Choose the best answer
– Experiment or otherwise interact in any way that puts you in control however briefly

Het gaat er dus om dat de gebruiker en niet de (slimme) software de beslissingen neemt. Interactiviteit die de gebruiker ook verschillende keuzemogelijkheden biedt. Dat laatste veronderstelt dat online materiaal niet alleen lineair is maar bovenal adaptief. En dat wederom betekent dat het ontwikkelen van interactief materiaal waarschijnlijk het nodige zal kosten.

Naast interactiviteit meet het model van Moore ook ‘story‘ en ‘learning challenge‘. Met die twee laatste elementen gaat het designproces al weer aardig in de richting van interactieve games.

One Response to “Is klikken interactief gedrag?”

  1. Buitengaats » Blog Archive » De interactief Next-button Says:

    […] Zoals ik eerder blogde is e-learning bij voorkeur interactief. Denk daarbij aan interactieve games die een gebruiker verschillende scenario’s bieden. Maar je kunt je voorstellen wat dat vergt aan creativiteit, tijd en geld om te ontwikkelen. […]

Leave a Reply