Samenwerking: de relatie tussen ECM en de ET2020-agenda

Waarom zou ik investeren in Enterprise Content Management? Volgens het rapport van Forrester, uitkomst van een recente survey onder kennismanagement professionals,  is ECM vooral van belang om de samenwerking binnen organisaties te ondersteunen. En organisaties zijn gebaat bij slimmere vormen van samenwerking. Dus daarom zou ik erin investeren.

In zijn bespreking van het rapport brengt Bill Ives (Portals and KM) o.a. naar voren dat:

  • 72% of respondents said their organizations plan to increase ECM use or the number of ECM deployments in the next 12 months
  • from the enterprise 2.0 perspective, 61% cited content sharing as the most important driver for investment in ECM
  • the role of collaboration will only increase.
    Echter als zo vaak speelt het geld een rol en lijkt het er op dat de redenen om te (blijven) investeren niet altijd even duidelijk zijn.

    Return on investment (ROI) remains an issue: A majority of firms can’t prove ROI, likely making approval for ECM investments more difficult.

    Nu de Lissabon-strategie, waaronder die voor het onderwijs (ET2020), voor de komende 10 jaren de focus legt op de verhoging van de arbeidsproductiviteit, zouden meer bedrijven (en ook onderwijsinstellingen) gebaat zijn  bij het bevorderen van de samenwerking.  Het verbeteren van de samenwerking (slimmer samenwerken) wordt ook wel aangeduid met de kreet ‘sociale innovatie’ . Daarbij ligt de nadruk vooral op de onderlinge relaties en het vermogen om creatief en innovatief te zijn.

    In zijnimage beleidsaanbeveling aan de nieuwe Europese Commissie (EU2020: Why skills are Key for Europe’s Future) laat  Paul Hofheinz,  voorzitter van de Lisbon Council, duidelijk weten waar het om gaat:

    Put simply, we need a pro-active, high-profile agenda that answers the social and economic challenges we face in clear and clearly definable terms.

    Zie voor een verdere bespreking van Hofheinz’  aanbeveling het artikel Europa’s toekomst als ‘lerende samenleving’ (bron).

    Het centrale probleem van Europa als terugvallende kennisregio kent twee oorzaken. Ten eerste achterblijvende investeringen in onderwijs in Europa, ongeacht of het nu de overheid of het individu is waar de investeringen vandaan komen. En, ten tweede, beperkte mogelijkheden voor een levenlang leren en dan met name op het gebied van scholing vanuit het werk zoals training on the job.

    Onderwijsinstellingen hebben dus niet alleen zelf baat bij slimmere vormen van samenwerking. Voor het onderwijs is er tevens een belangrijke rol weggelegd om de kenniswerker van de toekomst op te leiden en om als onderwijs zo toegankelijk mogelijk te zijn voor laaggeschoolden:

    These figures will demonstrate that any serious efort to raise employment rates must be accompanied by a simultaneous strategy to invest more in the low skilled and provide greater opportunity and access to additional training (zie Innovating Indicators: Choosing the Right Targets for EU 2020).

    Een nieuwe strategie vraagt ook om een stukje bezinning met betrekking tot de indicatoren die eronder liggen. Opportunities    and    access    to    education    and    vocational    training is dan ook een nieuwe indicator binnen de EU2020-agenda. Dat vraagt mijns inziens ook om meer investeringen in een leven lang leren en vormen van ‘blended learning’.

    Slimmer samenwerken en samen leren zonder onderscheid des persoons; daar gaat het om. En dat vraagt om een duidelijke sociale agenda.

    Het zal volgens de Lisbon Council in het komende decennium juist de sociale agenda zijn die bepalend wordt voor de concurrentiekracht van Europa. Simpel gesteld, aldus Hofheinz: als we beter willen leven dan de rest van de wereld, dan moeten we beter zijn dan de rest van de wereld.

    Leave a Reply