Onderwijslogistiek, sociaal kapitaal en betrokkenheid

Veel ROC’s in het land zoeken op dit moment naar oplossingen in de bedrijfsvoering die een verdere flexibilisering en individualisering van het onderwijs mogelijk maken. Een van die initiatieven, het samenwerkingsverband PARELL, had vandaag een bijeenkomst georganiseerd waar ik als contactpersoon van het ROC van Twente bij aanwezig was.
Naast een presentatie over de resultaten van Triple A, een vergelijkbaar samenwerkingsverband, werd een presentatie verzorgd door het bedrijf Alvitrae. In samenwerking met het ROC van Eindhoven heeft Alvitrae een planningstool voor roosteraars ontwikkeld (Xedule).

In de kern worden door deze tool alle mogelijke leerroutes/-programma’s van individuele studenten geclusterd door een roostermachine. Die ‘machine’ probeert zoveel mogelijk de capaciteit van de organisatie, in termen van mensen en middelen, optimaal af te stemmen op de vraag van de studenten. Ook de onderwijscatalogus speelt bij dit planningsproces een belangrijke rol. Gevolg daarvan is mogelijkerwijs dat studenten voor de verschillende leeractiviteiten steeds weer met wisselende medestudenten een ingeplande activiteit volgen. Tijdens de presentatie vielen een paar keer de begrippen ‘requirements’ en ‘contstraints’.

Als het gaat om ‘constraints’ schieten mij een aantal zaken door het hoofd die weinig te maken hebben met doelmatigheid en betaalbaarheid van onderwijsbedrijfsvoering maar m.i. wel degelijk van invloed kunnen zijn op het onderwijsrendement.
Bijvoorbeeld de vraag of de, mogelijk dagelijks, sterk wisselende samenstelling van de ‘groepen’ die het onderwijs op deze manier volgen het idee van ‘samenwerkend leren’ niet in de weg staat. Binnen CGO is samenwerkend leren een belangrijk concept dat qua werkvorm niet alleen goed past bij projectmatig werken maar ook dienstbaar is aan de ontwikkeling van sociaal kapitaal. In verband met de schooluitval in het MBO worden bovendien begrippen als binding en betrokkenheid vaak gebruikt.

Begrippen als sociaal kapitaal, binding en betrokkenheid kunnen niet alleen in verband gebracht worden met de persoonlijke begeleiding van studenten door docenten en/of studieloopbaanbegeleiders. Veel aandacht gaat bij de invoering van CGO momenteel uit naar vormen van begeleiding.
Deze begrippen hebben evenzeer betrekking op de relatie(s) tussen studenten onderling. Relaties die van belang zijn voor samenwerkend leren en een participatieve pedagogie. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat sociaal kapitaal niet alleen de prestatiemotivatie maar ook de leerprestaties van studenten positief beïnvloed. Tevens blijkt uit onderzoek van ROC’s dat studenten vaak minder moeite hebben dan gedacht met de grootschaligheid van de organisatie of de schoolgebouwen. Een element dat daarbij een rol speelt is het groeps- en saamhorigheidsgevoel.

Ik kan me voorstellen dat een planningstoool, deels geïnspireerd door de planning in de luchtvaart, leidt tot efficiënte bezetting van het aantal stoelen en benutting van docenten. Maar ik vraag daarbij wel af wat deze wijze van plannen en roosteren betekent voor de sociale interactie en participatie in sociale verbanden binnen het onderwijs, de tevredenheid van studenten over de schoolorganisatie en eventueel zelfs de uitvalcijfers.

Posted via email from paulomoekotte’s posterous

Leave a Reply